Blog Indonesië deel 4

Het systeem werkt zo. De straat heet hoe die heet. De zijstraat is genoemd naar de hoofdstraat met een nummer. Zijstraten daarvan of huizen eraan gelegen hebben weer een subcode. Als je het weet weet je het, zeg maar.

Garasi Teater heeft een mooie ruimte. Een repetitieruimte/werkplaats, een goed geoutilleerd kantoor, een keukentje en natuurlijk alles open. Garasi betekent Garage. Mocht u het niet al doorhebben. Af en toe waaide een regenbuitje over. We dronken water en lekkere koffie, aten Javaanse frituur en rookten kretnek. En we spraken. Zoals dit soort gesprekken gaan zijn er eerst voorzichtige aftastingen, omtrekkende bewegingen, beleefde plichtplegingen en kleine speldeprikjes. Garasi bestaat al sinds begin jaren negentig. Opgericht als discussieclubje voor studenten ontdekten ze het theater als means of communicating. Ze speelden een actieve rol in de studentenrellen die in 1998 een einde aan het bewind van Soeharto maakten. Ze zijn een collectief van makers. Omdat ze de omwenteling van ’98 actief hebben meegemaakt zijn ze ook thematisch erg aan die tijd en de gevolgen van die omwenteling verbonden. We spraken Yudi Tajudin en Naomi Srikandi. Yudi is de voornaamste regisseur, maakt wat wij onder de noemer mime en/of performance zouden scharen. Naomi is zo concludeerden we gedurende het gesprek ‘Princess Relevance’. In 2012 heeft ze een maandje of wat bij Das Arts rondgekeken.

We stuurden ons gesprek langzaam maar zeker richting de presentatie van onze synopsis vanuit de ook hardop uitgesproken zoektocht naar een mogelijke coproducent. Na het weer simultaan lezen en vertalen van de synopsis voelden we duidelijk afstand. We kregen het gevoel dat zowel in vorm als in inhoud wij op een ander spoor zitten dan Garasi Teater. Zij lijken niet erg geïnteresseerd in de periode waar wij ons op richten. Ze zijn meer bezig met het nu en hoe de Indonesiër zich tot de chaos van het heden kan verhouden. Ze benaderen dit dan wel door adaptaties van klassiekers dan wel door performances waar spel dans en beeldende kunst elkaar kruisen. Erg tof, ziet er mooi uit op Youtube en staat ver af van hoe wij werken. Het is als met makers van Frascati. Ze begrijpen wat we willen, hoe we doen. Toch kan je je niet aan de indruk onttrekken dat zij het te weinig intellectueel, te weinig inhoudelijk, te weinig relevant vinden. Of is dat onze eigen invulling? Toch hebben we een goed en geanimeerd gesprek. We zoeken in de geschiedenis naar het startpunt van het heden, we bespreken de mogelijkheid dat de Javaan de positie van de Hollander in Indonesië heeft overgenomen, we bespreken de rol van de Chinees in Indonesië en zo nog wat relevante onderwerpen.

We nemen rond half zes afscheid met de gedachte in ieder geval per mail contact te houden en te zien what might get out of it. We gaan weer eten bij Bu Ageng, waar we eergister ook aten. Goed Indonesisch eten, ik heb er nu al heimwee naar. Maar goed. Aan tafel leeft duidelijk het sentiment dat wij bij Ria en Iwan van het Papermoon Puppet Theatre het beste gevoel hebben. Ik ga er alles aan doen nog voor ons vertrek een gesprek met Iwan te organiseren. We eten vroeg om zodoende nog wat aan de avond te hebben. Ik wil wat schrijven, Jef en Kees willen nog wat aan de synopsis sleutelen en vooral niet al te laat in bed. Voor de afwisseling. Geen van allen lukt. We drinken bier, skypen met thuis en maken flauwe grappen. Ook lig ik te laat in bed en kijk nog als een zombie een uur naar onbegrijpelijke Indonesische tv. Iets met een soap,iets met griezelig opgemaakte fantasycreaturs on war en iets jarentachtigfuturistisch uit Hollywood.

Vrijdag 14 maart. De trip komt langzaam maar zeker ten einde. Vandaag wil ik graag het Water Castle, Taman Sari bezoeken. Het schijnt mooi te zijn én ik moet er een foto maken. Rop en ik willen een cadeautje aan onze Nederlandse gids in het paleis van de sultan geven en tenslotte heb ik Rop beloofd hem de winkel te tonen waar ik zelf reeds hippe IndoBatikbloesjes kocht. We beginnen de dag zoals elke in Yogya. Langzaam maar zeker druppelt iedereen ‘binnen’ aan de ontbijt/kantoor/lunchtafel aan het zwembad. Henk, de hoteleigenaar loopt met een steeds zorgwekkender blik rond het zwembad. Inmiddels heeft hij ‘specialists’ ingeschakeld. Ook zij lopen met een ietwat meewarige blik rond het zwembad. Roeren er wat met een stokje in. Gooien er wat chemicaliën in en komen later terug. Henk zijn Indonesische vrouw wilde wat fotos van het zwembad op facebook zetten. Hij heeft haar dat ontraden.

Tijdens het ontbijt praten we over de synopsis. We redeneren de gedachten die Jef of Kees in de loop van de nacht over de personages ontwikkelden door. We drinken waterige koffie of sterke thee, eten heerlijk vers fruit en een eitje en bespreken de dag.

Als Rop en ik bij Taman Sari aankomen lopen we vanzelfsprekend Rop’s husselaartje Tweetand weer tegen het lijf. Nog vanzelfsprekender neemt hij ons op sleeptouw. Hij laat onze mooie dingen zien, neemt ons mee door sluipweggetjes en probeert ons steeds weer naar winkeltjes van vrienden, ooms, neven en andere aanverwanten te lokken. Daar trappen we niet in, natuurlijk. Toch is het fijn dat Tweetand ons op sleeptouw neemt. Al is het alleen al om ons leitmotiv te blijven. Het Taman Sari is helaas net gesloten. De foto moet dus morgen. We fietsen door naar de kledingzaak. Ik was er reeds eerder en zag dat ‘de locals’ er ook hun kleren kopen. Het móet dus wel deugen daar. Weer worden we door vier giechelende gehoofddoekte meisjes en hun moeder geholpen. Als Rop na zijn aankopen afgerekend te hebben vraagt of hij ze mag fotograferen slaat de giechelgraaf in het rood.

Tegen vijven zijn we terug thuis. Jef en Kees hebben weer de hele dag doorgewerkt. Het lijkt erop dat de synopsis echt scherp begint te worden. Personages wisselen van afkomst en bestemming. Omdat we in de vorm voor een Eastern –as opposed to a Western- kiezen wordt er een shootout in de slotscène ingelast. Opnieuw wordt de dramaturgie van het hele stuk doorgesproken. De tijd begint te dringen. We moeten het ook nog over de vorm van de voorstelling hebben. En dan is er ook nog de vertaling naar het Engels. Zoals gezegd, een deel van onze missie bestaat uit het mogelijkerwijs vinden van een coproducent. Tot nog toe heb ik bij onze bezoeken steeds de Nederlandse tekst in het Engels voorgelezen. Dat werkt maar in de nazorg zal er toch een engelse synopsis verstrekt moeten worden.

Vanavond is er ergens klassieke Javaanse dans. Nu zagen we dat al in het paleis van de sultan maar dat waren solo’s en vanavond belooft het minimaal duetten te worden. Toch zie ik er voor een keer van af. Ik wil graag schrijven. Ik wil die engelse synopsis schrijven en wat aan mijn theaterblog werken. Gisteravond mislukte dat. Soms is het lekker even alleen te zijn. We drinken wat biertjes, bestellen een simpele maaltijd bij de meisjes van het hotel en frissen ons op. Zij gaan. Ik schrijf. Na drie kwartier zijn ze alweer terug. Het bleek geen voorstelling te zijn. Het was een openbare repetitie van vier hoewel zeer schattige maar tot nog niet enorm geschoolde danseresjes in spé te zijn. Be that as it may, ik schrijf stug door. Her en der wordt er nog wat gekletst, geskyped en gedronken. Eindelijk heb ik antwoord van Iwan van het Papermoon Puppet Teater gekregen, we proberen elkaar morgen rond tien uur te zien.

Zaterdag 15 maart. Onze laatste volle dag in Yogya, in Indonesië. We ontbijten vlug. Tijdens het ontbijt komt het gesprek op een mogelijke proloog op de voorstelling. De synopsis is nu wel heel feitelijk, hoewel romantisch. Er mist iets wezenlijks. Een tijdloze laag. Een mythische of mystieke kant. Jef heeft vannacht een aantal verhalen over de Garuda gelezen. De Garuda is een mythologische vogel en kent zijn oorsprong in de Hindoeïstische leer. Indonesië heeft de Garuda geadopteerd en van zijn beeltenis het nationale symbool gemaakt. De Garuda heeft zeventien veren aan elk vleugel, acht staartveren, 19 veren boven de staart en 45 nekveren. Samen bij elkaar brengt het de onafhankelijkheidsdag van Indonesië in beeld: 17 augustus 1945. Er komt een Garudaverhaal in de voorstelling.

Na het ontbijt fietsen we langs een zoetig bakkertje dat ik eerder al ontdekte. Ik wilwat lekkers voor de mensen van het Papermoon Puppet Teater mee nemen. Dan zoeken onze weg terug naar hun atelier. Helaas. Ze zijn er niet. Afspraak toch mislukt. Ik zet de roaming op mijn telefoon aan en zoek contact. In de loop van de ochtend lukt dat en we maken een nieuwe afspraak rond twee uur in de middag. Dat geeft ons de tijd nogmaals onze oudHollandse Indogids op te zoeken en naar het Taman Sari te gaan. Het is vanochtend zo heet en drukkend, na vijf minuten fietsen kunnen we allemaal ons shirt uitknijpen. Bij het paleis van de sultan missen we wederom onze oude gids maar treffen wel zijn dochter. We geven een oude Volkskrant en en boekje van Hugo Borst over Louis van Gaal. Ons oude gidsje vertelde groot fan van Sparta te zijn. ‘De oudste club van Nederland meneer!’ en zal daar vast verguld mee zijn.

Dan gaan we naar Taman Sari. We hopen Tweetand te ontmoeten. Jef en Kees kennen hem enkel uit onze verhalen en vermoeden een mythevorming. Dat hij precies nu onvindbaar is vergroot die mythevorming. We worden hoe kan het ook anders gelukkig snel door een andere andere gids gevonden. Jef leeft zich weer uit in zijn Bahassa. Rop blijft overal hangen. Kees leeft lekker in zijn eigen wereld en ik maak ongeveer achthonderdzeventig foto’s. Ja, we zijn wel in onze eigen rollen gegroeid deze twee weken. Als we klaar met de toch wel geestige rondleiding zijn begint het zachtjes te druppelen. Net voordat de hemel echt openbarst vinden we een klein eettentje langs de weg. Hier eten we voor omgerekend een euro of anderhalf heerlijke Nasi Campur en Gado Gado.

Onder het eten beweegt het gesprek zich richting de vorm van de voorstelling. Nu de synopsis staat komt de volgende vraag. Welke delen van het verhaal hebben woorden nodig, wat kan puur door het beeld verteld worden. Voor welke emoties kunnen we beter een vertaling naar muziek zoeken en hoe gaan we ervoor zorgen dat al deze vormen logisch uit elkaar voortkomen. Elkaar versterken. Elkaar onderbouwen en opstuwen. Om dit gesprek echt goed te voeren zouden we nog twee weken langer moeten blijven. We vermoeden dat zelfs die extra twee weken niet genoeg gaan zijn om het zwembad van het hotel zwemklaar te krijgen.

Rond tweeën fietsen we opnieuw naar het atelier van Papermoon Puppet Theater, door een weer steeds serieuzer wordende regenbui. We komen net op tijd aan. Iwan is ook net aangekomen. Hij springt nog vlug even onder de douche. Zijn ochtendactiviteit bestond eruit op de mountainbike de vulkaan de Merapi die op dertig kilometer ligt af te rossen. Ik ken mindere manieren om je weekend te beginnen.

Ria heeft Iwan al over ons verhaal en onze queeste verteld. Dat praat een stuk makkelijker. Het gesprek komt snel to the point. Het gesprek gaat langs politiek, censuur, poppenspel en muziek, afkomst en identiteit. In tegenstelling tot het Garasi Teater duikt het Papermoon Puppet Teater wel dieper in de geschiedenis. Iwan geeft aan zich net ook uit zichzelf meer in deze periode van de Bersiap te willen gaan verdiepen. We spreken concreet over samenwerken. Ik voel een onzichtbare grens tussen de Nederlandse directheid en de Javaanse beleefdheid. Ik probeer niet te direct te zijn maar het enthousiasme van mijn reisgenoten is moeilijk te temperen. En natuurlijk, ook als het aan mij ligt komt er een samenwerking. Maar maken we ze niet horendol met beloftes over maanden samenwerken, touren in Nederland, werkbezoekjes etcetera? Voor hun zijn wij misschien wel de zoveelste theatergroep met beste bedoelingen maar zonder moed om de woorden kracht bij te zetten. Gelukkig blijft Jef nog een week langer om de band te verstevigen.

En ja. Het gesprek ís aangenaam en de klik ís er, zowel persoonlijk als artistiek. We houden contact per mail.

Als we na een uur of drie wel weer zo’n beetje uitgesproken zijn is onze laatste avond aangebroken. Ook Jef en Kees willen langs de kledingzaak van de vier schattige gehoofddoekte meisjes en hun moeder om ook nog wat hippe batik-spulletjes te kopen. Ik smeer ze drie identieke bloesjes aan en koop er dan zelf ook maar een.

Voor de laatste avond gaan we eten in de buurt van de Malioboro, de Champes Élysées van Yogyakarta. Als je de honderdduizend knetterende knallende en knoeiende brommertjes wegdenkt zou je wellicht iets van die elegance herkennen. Nu is het enkel de drukte die mij weer aan Jakarta doet denken. We eten goed, drinken lekker koud bier en fietsen terug naar huis. Het is de laatste avond. Wat doen vier mannen van 40+? Die gaan VROEG NAAR BED. Ja echt. Ik pak zelfs mijn koffer al in zodat ik dat de volgende dag niet meer hoef te doen.

Je kan het avontuurloos, saai of kleurloos noemen. Ik denk, ik vind het wel goed zo. Mijn, ons avontuur zat in de ontmoetingen, de kleuren en geuren, de warmte, de natuur en de mensen. Het twee weken samen op pad zijn, de dagen lang naast het zwembad praten over de synopsis. Het zwembad! De energie die zo’n viermanschap ontwikkelt. De bijnamen die je elkaar geeft, de rollen die een ieder inneemt. Dat je elkaar met rust kan laten en toch samen de dingen doet. Soms dacht ik, dit hadden we ook op Terschelling kunnen doen. Of op de Veluwe. Maar dat is niet waar. Dat we midden in ons onderwerp zaten; dat we in Jakarta bijna werden belaagd door een dronken Ambonees die aanvoelde wat we kwamen doen en het er niet mee eens was; dat de dames van het Erasmushuis ons onbedoeld wezen op het latent aanwezige verleden door de blik enkel en onwrikbaar op de toekomst te richten; dat we vanuit de trein de dessa’s zagen waar de hoofdpersonen van ons verhaal zouden kunnen wonen; dat we overal waar we kwamen weer Nederlandse getuigenissen tegenkwamen, in het landschap, in de taal en in de cultuur; dat we een fractie van het Indonesische theater zagen; het schimmenspel en de Javaanse dans; dat maakte de reis tot de reis. Nog los van het eten de hitte en de regen, de natuur, de vulkanen en stank in Jakarta. Indonesië is van het meest westelijke puntje van Sumatra tot aan Oost-Papua minstens even groot als Europa. Wij zagen twee steden op één eiland. We hebben een zeer prille kennis gemaakt. Maar wél een met indruk. En hopelijk met groot resultaat. We gaan het zien en meemaken. Om te beginnen op de Parade de komende zomer. Tot dan!

Posted by