In 2001 speelde De zesdaagse van St. Jezus in ’t Kruis al met veel succes op verschillende festivals en theaters in Nederland en België. In het kader van het WK Wielrennen in Limburg werd de voorstelling opnieuw op het programma gezet van Toneelgroep Maastricht. De voorstelling won de Aanmoedingsprijs Toneel 2001 van Amsterdam.
De zesdaagse van St-Jezus-in-‘t-Kruis wordt verreden in het sportpaleiske van het stadje met dezelfde naam en handelt over een fatale driehoeksverhouding.
In een legendarisch geworden wielerwedstrijd fietst Gaston van Vooren –de rijdende dynamietstaaf- zich dood, koopt Gianni Venosi –de cherubijn van Turijn- de koers, valt Maria van der Putten –voormalig miss Borinage en verloofd met Gaston- als een blok voor dit italiaanse wonderkind en droomt Mgr. Scholten van een wonder.
In dit web van omkoperij, doping, misleiding en verleiding is ook een belangrijke rol weggelegd voor de soigneur Magic Dick, de gebroeders Desmet –selfmade autohandelaars annex wielerpromotors annex stadionspeakers-, het peloton en natuurlijk de Gangmakers : het zesdaagse orkest.
Na het succes van De dood & de zee en De hoer & de moordenaar nam schrijver/componist Jef Hofmeister de zesdaagse wielerwedstrijd, zoals die tot in de jaren ’60 werd gereden, als onderwerp voor zijn nieuwste opera. Op de baan van een sportpaleis fietste een aantal wielrenners zes keer vierentwintig uur, elkaar aflossend en slapend in hokjes op het middenterrein. Tegelijkertijd was het sportpaleis ook het toneel van liefdesdrama’s, variété, goklust en vreet- en drankpartijen. Uiteindelijk blijkt binnen de sport en de liefde alles geoorloofd. Kortom een prachtige plek voor een nieuwe volksopera.
De voorstelling werd gespeeld van 2000 tot 2012.