Vervolg reisverslag deel 1

Vervolg reisverslag deel 1:

Woensdag 5 maart. Vandaag zijn we ambitieus. Dat blijkt overigens pas achteraf, met name tijdens de kater de volgende ochtend. Maar goed. Na het ontbijt, nasi goreng met ei, pakken we de taxi. Altijd de BlueBirdtaxi pakken, zij rijden op de meter en de rest fuckt de toeristen. Hun goed recht overigens maar niet aan ons besteed. De eerste stop is het Erasmushuis, het Nederlands Cultureel Centrum in Jakarta. We hebben een afspraak met Ineke de Hoog en Emma Kay, cultureel verantwoordelijken voor respectievelijk het Erasmushuis en de Ambassade. Of net andersom. Nou ja, belangrijk dus. We hopen op interessante aanknopingspunten, komen uitleggen wat onze plannen zijn en zijn benieuwd naar hun verhaal.

Het verhaal van het Erasmushuis, van de Nederlandse cultuurpolitiek in Indonesië is teleurstellend, of tenminste niet waarop wij hoopten of wat ons inziens strookt met de realiteit. Vanuit hun perspectief zal het overigens wel kloppen. Nederland richt zich op culturele verbindingen die zich richten op de toekomst, die zich bevinden in het domein van de creatieve industrie, gaming, mode én de wat traditionelere kunstvormen als klassieke muziek of beeldende kunst. De eersten omdat daar een direct economisch perspectief aan te verbinden is, de laatsten omdat, tja waarom eigenlijk. Omdat wij ‘ze’ op dat vlak nog wat kunnen leren? Of chargeer ik? Hoe dan ook. Cultureel-politiek gezien richt Nederland zich bij monde van het Erasmushuis op de toekomst. Wij menen dat ze met de rug naar het verleden staan. Zij zeggen dat de bevolking in Jakarta zich op de toekomst richt. Wij zien overal op straat beelden teksten en mensen die overduidelijk de link met de Nederlandse geschiedenis leggen. Waar het de culturele impact van de geschiedkundige relatie betreft zijn wij niet aan het juiste adres bij Ineke en Emma. En dat is waar we naar op zoek lijken. Of? Ook de Vliegende Hollander, De Dood en de Zee komt weer voorbij vlliegen. Op Curaçao merkten we hoe goed deze oer-volksopera werkte in het leggen van verbindingen tussen ons en kunstenaars van daar. We zouden de Vliegende Hollander ook naar Java kunnen laten varen en met muzikanten en vertellers van hier dit verhaal doen. Dan gaat het vanzelf stromen. Dan komen we middels de Vliegende Hollander in contact met kunstenaars die ons weer verder hun cultuur in geleiden. En dan kan het Erasmushuis een belangrijke rol voor ons spelen. Voor nu geven ze ons nog wat tips en contacten die wij zelf ook al hadden. We keuvelen nog wat en gaan met de taxi linearecta naar de oude stad, waar Batavia nog gloort.

Taxi’s zijn onze redding in deze stad. Taxi’s, auto’s en brommers zijn de hel in deze stad. Er zijn er teveel. Er zijn teveel mensen. Teveel teveel teveel. Meer dan 10 miljoen. Of als je wat felexibeler met de stadsgrenzen omspringt het dubbele. Voor een stukje van 5 kilomter zit je ruim een uur in de auto. Kan je net zo goed gaan lopen, ware het niet dat de ‘troittoirs’, uitlaatgassen en andere ongemakken het wandelen niet per se stimuleren. Onze taxi brengt ons toch heel ontspannen naar Kota, het oude plein waar de pakhuizen, het Gouvernementgebouw en Café Batavia staan. In oudkoloniaalse sferen lunchen we op de eerste etage met uitzicht op het plein en vervolgens bezoeken we het Wajangmuseum. Rop Severien reist met ons mee. Hij is Wajangspeler, speelde in het verleden al eerder met Jef en Kees in de Roode Bioscoop en gaat aan onze twee komende voorstellingen meespelen. Het Wajangmuseum is een goede kennismaking met de Indonesische museale beleving. Een indrukwekkende collectie op uiterst onhandige wijze tentoongesteld. Bekeken door westerse ogen hè. Bij wajangspel gaat het voor een groot deel over het schaduwspel maar de schaduwen die de verlcihting werpt op de poppen valt met een rare hoek plat op de grond in plaats van trots op het achterdoek. Dat is jammer. De naar het engels vertaalde bijschriften van de kunstwerken zijn met Google translate vertaald en daarna zijn de woorden nog door elkaar gehusseld. Battus zou er zijn vingers bij aflikken. Maar zoals gezegd, de collectie is indrukwekkend. En niet enkel de klassieke collectie Wajang kulit, wajang kelitik en wajang golek (3d-poppen) maar ook revolutionaire wajang suluk met een zeer realistische pop van Joseph Luns.Daar is de geschiedenis weer in de kunst. Aan het einde van onze tocht door het museum treffen we Daniel. Daniel is een wajangpoppenmaker vol grote verhalen een gulle lach. Hij maakt ons met een niet aflatend enthousiasme deelgenoot van al zijn ambities dromen en fantasieën. Hij laat ons het oude kinderziekenhuis zien waar de geesten wonen én hippe modereportages gemaakt worden. Hij verkoopt ons zeer gedetailleerde wajangpoppen voor onze Paradevoorstelling, deelt en passent zijn familiegeschiedenis met ons en laat zien hoe mooi het centrum van Jakarta zou kunnen zijn if only… Tenslotte wijst hij ons de weg naar de oude haven, een korte wandeling van een stief kwartiertje.

In deze wandeling zien wij de hele wereld. Nou dat valt mee maar je staat wel binnen vijf minuten van de weelde van de oude koloniale stad in de sloppen van een wereldstad met stank ellende leven verschrompelde dieren negorijtjes voor werkelijk van alles en overall een overheersende putlucht waar niet aan te ontsnappen valt. Toch zetten we dapper door, duiken de haven in en kopen voor een paar rupiah een tochtje door de oude haven. Heel even weg van de drukte en de Javaanse zee zien.

We scoren een taxi terug naar onze Elani Residence, frissen onszelf op en gaan wandelend op weg naar het TIM, een cultureel centrum om de hoek van waar we zitten. Er is een voorstelling te zien van het KOMAtheater, volgens de dames van het Erasmushuis een belangwekkend of tenminste interessant Jakartaans gezelschap. Natuurlijk is het verder lopen dan we dachten en moeten we nog eten waardoor we precies tijdens de pauze bij het theater aankomen. En dat is ook precies goed want hierdoor pikken we het laatste kleine anderhalve uur van de voorstelling mee en dat is ruimschoots voldoende. We pakken ook allemaal een klein dutje mee tijdens de voorstelling, wat overigens meer met onze jetlags dan met de kwaliteit van de voorstelling te maken heeft maar toch is de voorstelling is niet om te zeggen zeer overtuigend. We spreken de taal natuurlijk niet maar lazen wel de synopsis. Hoe een revolutionair, een demonstrant in ruste geannexeerd wordt door de nieuwe macht om het imago van de toekomstig machthebber geloofwaardigheid te geven. Een cast van dertig man, een orkestbak vol voor twee nummers –na de pauze- zeer groot toneelbeeld en bijzonder kleurrijk allemaal. Toch greep het ons niet. Er werd nauwelijks overtuigend gespeeld, fysiek viel er niks te beleven en de changementen hoewel leuk gedaan waren truttug en voegden weinig toe. Ja zul je zeggen, je beoordeelt iets Oosters door een Westerse bril. Ja zeg ik terug, ze waren dan ook zeer beïnvloed door westerse ideeën over toneel dus dan krijg je dat hè. Nou we waren ook moe. Dus na afloop terug naar huis op zoek naar een café om nog één biertje te drinken.

Dat café vonden we uiteindelijk bij ons in de straat. We wilden een biertje kopen bij een straatwinkeltje en werden direct uitgenodigd plaats te nemen en daar te drinken. Zo gezegd zo gedaan. Een ook hier weer, bijna iedereen spreekt wel een woordje Nederlands, heeft er gewoond of familie zitten, of is boos en geirriteerd door Jef omdat Jef zijn familie tijdens de revolutionaire jaren wel naar Nederland is kunnen gaan en de geirriteerde –en behoorlijk bezopen- persoon in kwestie niet. Ook hier ligt de geschiedenis en de relatie met Nederland op straat.

Om deze eerste dag waardig af te sluiten hebben we verolgens tot half vier in de ochtend de Jack Daniels leeggedronken en hadden sommigen van ons de volgende dag een fijne echte tropenkater.

Donderdag 6 maart. De kater dwingt ons kalm aan te doen. Plan één is treinkaarten voor Yogjakarta te kopen. Tip voor de lezer: neem je paspoort mee want anders moet je net als ons op en neer naar je Bed&Breakfast om je paspoort op te halen met het risico dat je geen plaats meer hebt. Wij hadden uiteindelijk gelukkig nog wel plaats. Plan twee was af te reizen naar het plein Talam Suropati waar we volgens één van de mensen met wie we gisteren bier dronken Cerontjongmuzikanten kunnen treffen. We vonden er géén maar wel een rustig park waar we de halve middag zijn blijven hangen om in de relativeve rust van het park de stad en de indrukken op ons in te laten werken.

Tegen vijven onstond bij sommigen van ons toch de wens ergens een biertje te gaan drinken en volgens de kaart waren we niet ver van gezelligheid. Halverwege de tocht erheen zijn we het gebouw van de Nederlandse Kunstkring tegengekomen, mooi statig gebouw van een eeuw oud, tegenwoordig sjieke eetgelegenheid maar wel met de oude grandeur en fotos van onder meer Multatuli’s geboorte- en sterfhuis en een fotofamiliegeschiedenis van de Soehartootjes. Weer buiten brak de hemel eindelijk open en hielden we na een minuut of tien een taxi tegen die ons droog en wel naar het Bataviacafé bracht voor een deugdelijke avondmaaltijd. Terug naar Elani Resicende. Inpakken slapen en morgen vroeg op want om tien voor zeven de trein.

Vrijdag 7 maart. Nu zitten we in de trein.

Posted by